Selecteer een pagina
Koopprijzen dalen voorlopig verder op de Nederlandse koopwoningmarkt

Koopprijzen dalen voorlopig verder op de Nederlandse koopwoningmarkt

Terwijl het aantal verkochte woningen in de bestaande woningvoorraad redelijk stabiel blijft, zet de daling van de koopprijzen in het vierde kwartaal van 2022 gestaag door. De fors gestegen hypotheekrente in de afgelopen maanden heeft direct gevolgen voor de leencapaciteit van huishoudens. In combinatie met de recente koopprijsdaling, maakt deze rentestijging potentiële kopers bovendien weer meer risicomijdend. De woonconsument kan niet alleen minder betalen, maar wil ook minder betalen voor een te koop staande woning. Toch zijn er ook voldoende redenen om aan te nemen dat een prijsherstel op middellange termijn mogelijk is.

Dit blijkt uit de veertigste Monitor Koopwoningmarkt over het vierde kwartaal van 2022, op donderdag 9 februari gepresenteerd door het Expertisecentrum Woningwaarde, onderdeel van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft.

Koopprijsdaling zet zich voort in laatste kwartaal van 2022

De forse daling van de mediane verkoopprijs in het derde kwartaal van 2022 zet ook in het vierde kwartaal door (-3,7% ten opzichte van het voorliggende kwartaal), zo blijkt uit de gegevens van de NVM. Tegelijkertijd laat ook de Prijsindex Bestaande Koopwoningen (PBK), die 2 tot 3 maanden achter loopt op de NVM cijfers, in het vierde kwartaal van 2022 voor het eerst sinds 9 jaar een daling zien (-2,4%). Ten opzichte van een jaar geleden is de mediane verkoopprijs in het vierde kwartaal van 2022 ook negatief (-6,4%); een ervaring die zich in het derde kwartaal van 2013 voor het laatst heeft voorgedaan. 

Geen neerwaartse trend in aantal transacties van koopwoningen

De huidige koopprijsdaling is eigenlijk niet conform eerdere perioden met marktcorrecties, omdat in de verkoopgegevens nog geen duidelijke vraaguitval is te herkennen. Het aantal door de NVM geregistreerde verkopen (ruim 32.500 woningen) komt in het vierde kwartaal van 2022 namelijk uit op hetzelfde niveau als in het voorliggende kwartaal en betekent slechts een daling met 1% ten opzichte van het vierde kwartaal van 2021. Een vergelijkbaar beeld is te zien bij de door het Kadaster geregistreerde transacties: de 51.300 transacties in het vierde kwartaal van 2022 liggen eveneens in de buurt van het niveau van een jaar geleden.

Potentiële woningkopers nemen wel minder risico’s dan in voorgaande jaren

De oorzaak voor de recente koopprijsdaling ligt voornamelijk in de vrij plotseling fors opgelopen hypotheekrente (van 1,5% tot 4,5%) en de enorme inflatie (tot ver boven de 10% op jaarbasis) in de laatste drie kwartalen van 2022. Enerzijds is de maximale hypotheeksom die kopers kunnen krijgen, hierdoor met 10% tot 15% teruggelopen. Anderzijds zijn woonconsumenten daardoor meer risicomijdend gedrag gaan vertonen in hun keuze om al dan niet te gaan kopen en in hun keuze voor de bijbehorende hypotheek. Potentiële doorstromers willen nu veelal eerst hun huidige woning verkopen, voordat een andere woning wordt uitgekozen. Potentiële kopers blijken daarnaast minder bereid (en minder genoodzaakt) om andere kopers af te troeven door boven de vraagprijs te bieden. En bij het afsluiten van een hypotheek kiezen woonconsumenten weer minder vaak voor een aflossingsvrije hypotheek.

Huidige situatie op koopwoningmarkt niet te vergelijken met begin kredietcrisis

Door de huidige situatie met hoge inflatie, flink gestegen (maar historisch nog steeds lage)  hypotheekrente, tot dusver beperkte inkomensstijgingen en een dalend vertrouwen in de koopwoningmarkt onder woonconsumenten, zal de koopprijsdaling gedurende 2023 naar verwachting doorzetten met circa 10% op jaarbasis. Het doembeeld van een langere periode van aanhoudende koopprijsdaling zoals tijdens de kredietcrisis tussen 2008 en 2013 ligt echter niet in het verschiet. Daarvoor wijken de huidige omstandigheden te veel af van de situatie destijds.

De financiële markt, destijds de veroorzaker van de kredietcrisis, lijkt nu veel meer solide. Daarbij zijn de huidige kapitaal- en hypotheekrentes, ook na de recente verhogingen, nog steeds lager dan aan het begin van 2008. De financiële huishouding van de Nederlandse overheid is momenteel veel gunstiger dan tijdens de kredietcrisis en ook de financiële situatie van veel huishoudens blijkt begin 2023 beter op orde dan in 2008 (meer spaargeld en te verwachten loonsverhogingen in 2023).

Door de versobering van de financieringsnormen in 2011 hebben eigenaar-bewoners in het afgelopen decennium meer buffer aan eigen vermogen in de woning opgebouwd. Bovendien hebben de enorme koopprijsstijgingen in 2021 en 2022 die buffer voor hen fors vergroot. Woningen zullen daardoor minder snel ‘onder water komen te staan’ dan in de eerste jaren van de kredietcrisis in 2008.

Het consumentenvertrouwen in de algemene economie en het vertrouwen specifiek in de koopwoningmarkt liggen ondanks de daling 2022, momenteel nog steeds op een vergelijkbaar niveau als begin 2008.

Daling bouwproductie koopwoningen vormt bedreiging voor dynamiek in bestaande woningvoorraad

Een wellicht groter gevaar voor de koopwoningmarkt en de hypotheekmarkt schuilt echter in de verdere terugval van de woningbouwproductie in de koopsector. Het aanbod en de verkoop van nieuwbouwkoopwoningen zit nu al ruim twee jaar in een neerwaartse spiraal en bedraagt in het vierde kwartaal van 2022 nog maar 4.000 tot 5.000 woningen; meer dan een halvering in vergelijking met eerdere jaren. Het aantal koopwoningen waarvoor een bouwvergunning is afgegeven, laat ook al ruim een jaar een negatieve trend zien, waardoor een verdere vertraging van de nieuwbouwproductie van koopwoningen onafwendbaar is. Nieuwbouwkoopwoningen vormen de start van een verhuisketen in de bestaande woningvoorraad: minder transacties op de nieuwbouwmarkt resulteert met enige vertraging ook in minder dynamiek op de markt van bestaande koopwoningen.

De Monitor Koopwoningmarkt is het resultaat van een samenwerking tussen BKR, Centraal Bureau voor de Statistiek, De Hypotheekshop, Hypotheken Data Netwerk, Nationale Hypotheek Garantie, Nederlandse Vereniging van Makelaars, Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten, en Vereniging Eigen Huis en wordt beheerd vanuit het Expertisecentrum Woningwaarde van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft.

Ouderen op achterstand op woningmarkt

Ouderen op achterstand op woningmarkt

Ouderen staan op achterstand op de markt van nieuwbouwwoningen. Bij nieuwbouw krijgen levensloopbestendige woningen voor deze doelgroep onvoldoende aandacht. Dit zet een extra rem op de doorstroming en daarmee ruimte op de woningmarkt. Deze conclusie volgt uit een onderzoek van NVM van 140.000 verhuizingen binnen de Nederlandse koopsector en een enquête onder NVM-makelaars, uitgevoerd door datadochter brainbay. Ook blijkt dat ouderen zich op de woningmarkt anders gedragen dan jongere generaties. De woonvoorkeuren wijken af en dat geldt ook voor de afstand waarbinnen ouderen verhuizen.

Rieks van den Berg, NVM-bestuurslid vakgroep Wonen en makelaar over het onderzoek:De uitkomsten van dit onderzoek zijn waardevol en zeggen ons veel over het gedrag van de doelgroep senioren. Tegelijk maken we ons zorgen over de beperkte aandacht voor deze doelgroep in de ontwikkeling van nieuwbouw. Senioren hechten aan hun zelfstandigheid en onafhankelijkheid en willen een levensloopbestendige comfortabele woning die dat biedt. We doen daarom de oproep hierin beter te voorzien. Daarmee komt ook de doorstroming op de totale woningmarkt in beweging. Een senior maakt een woning vrij waar weer een jong gezin in kan wonen. Dit gezin maakt daarmee weer een kleinere woning vrij die dan weer beschikbaar komt voor starters. Dat helpt alle woningzoekers weer vooruit want het aanbod kan de vraag nog zeker niet aan.” 

Aandacht voor ouderen

Ruim twee derde van de NVM-makelaars die deelnamen aan de enquête, geeft aan dat er in hun regio nog te weinig aandacht is voor de wensen van ouderen in de woningbouw. Dit terwijl zowel de vergrijzende Nederlandse bevolking als de complete woningmarkt gebaat zijn bij het bouwen van meer levensloopbestendige woningen. Bouwen voor de doorstroming van ouderen opent namelijk deuren voor woningzoekers van alle generaties. Minister de Jonge heeft dit opgenomen in het programma “Wonen en zorg voor ouderen.” Daarbij moet een derde deel van de per 2030 te realiseren 900.000 huizen geschikt zijn voor ouderen.

Kleiner en goedkoper

Een ruime meerderheid van de ouderen koopt bij een verhuizing een goedkopere woning dan wordt achtergelaten. Dit komt niet alleen doordat ouderen vaak kleiner gaan wonen, maar kent ook een financiële drijfveer. Deze kopers kiezen voor een goedkopere woning om vermogen vrij te maken voor leuke activiteiten of als aanvulling op het pensioen. Doorstromers van 65 tot 75 jaar betalen gemiddeld genomen 65 duizend euro minder voor hun nieuwe woning dan het bedrag waarvoor de oude woning wordt verkocht. Oudere doorstromers zijn daarbij niet geneigd om vaker te overbieden ondanks de stap naar een goedkopere woning. 

Verder weg en dichterbij

Uit de analyse blijkt dat bijna 1 op de 5 doorstromers in de leeftijd van 60 tot 70 jaar over meer dan 50 kilometer afstand verhuist. Deze huishoudens zijn veelal minder gebonden aan een specifieke woonlocatie op het moment dat ze de pensioenleeftijd bereiken. Woon-werk verkeer speelt dan niet langer een rol van betekenis. Daarmee groeit de behoefte om dichter bij kinderen/familie te wonen of de wens om terug te keren naar een regio waar ze eerder hebben gewoond.

Over NVM

De Nederlandse Coöperatieve Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM U.A. is opgericht in 1898. Met ruim 4.400 aangesloten makelaars en taxateurs is de NVM de grootste ledenorganisatie van makelaars, taxateurs en vastgoeddeskundigen. De vereniging is georganiseerd rond drie gespecialiseerde vakgroepen: Wonen, Business en Agrarisch en Landelijk. De NVM behartigt de belangen van haar leden en het makelaarsvak en onderhoudt daarvoor contacten met alle betrokken partijen in het maatschappelijke en politieke veld.

Noot voor de redactie: Voor meer informatie kunt u contact opnemen met NVM-woordvoerder Marc van der Lee, 06 – 21 47 76 27 of via email: m.*********@nv*.nl .

Vaart uit commercieel vastgoedmarkt

Vaart uit commercieel vastgoedmarkt


U bent nu hier:



Nieuws

In het vierde kwartaal 2022 ging de vaart verder uit de markt voor commercieel vastgoed. De ontwikkeling die zich in het derde kwartaal 2022 aftekende, heeft zich doorgezet. De hard gestegen rente remde de gebruikersvraag naar en investeringsbereidheid voor commercieel vastgoed. Ook vertaalde dit zich in stijgende rendementseisen van beleggers. Daarnaast is de impact van de sterk gestegen energierekening groot. De rente en energiekosten beïnvloedden alle segmenten binnen commercieel vastgoed: kantoren, winkels en bedrijfsruimte. Daarbij hield de markt voor bedrijfsruimte door een krap aanbod het beste stand. Het krappe aanbod drukte de opname van bedrijfsruimte en zorgde voor hogere huur- en koopprijzen. Daarbij zijn de kwaliteit en locatie van het object bepalend. Dit blijkt uit de nieuwste commercieel vastgoed kwartaalcijfers van NVM Business die NVM-datadochter brainbay heeft onderzocht. 

Sander Heidinga, voorzitter NVM Business: “De gestegen rente, hoge energiekosten en verhoging van de overdrachtsbelasting strooien nu wat zand in de machine van commercieel vastgoed. We zien een duidelijk groeiend belang van duurzaamheid en vraag naar modern up-to-date vastgoed. Kopers, huurders en beleggers worden kritischer in deze markt en staan voor weloverwogen keuzes. De activiteit op de beleggingsmarkt bleef in het vierde kwartaal van 2022 nog enigszins op peil omdat verschillende MKB-beleggers veelal in het kleinere segment transacties wisten te realiseren. Grotere deals van partijen die gedreven zijn door internationaal kapitaal, droogden op wat ook te wijten is aan de verhoogde overdrachtsbelasting.”

Algemeen beeld

De hoge inflatie, gestegen rente, stijgende energie- en inkoopprijzen en dalende koopkracht voeden de economische onzekerheid en werken door op de markt voor commercieel vastgoed.
De opname is in de meeste deelmarkten hoger dan in Q3 2022 maar duidelijk lager vergeleken met Q4 2021.
Het beschikbare aanbod van alle soorten commercieel vastgoed neemt toe.
Het energieverbruik van panden wint duidelijk aan belang bij de keuzes van huurders. Het speelt meer in de kantorenmarkt en de winkelmarkt dan in de markt voor bedrijfsruimten.
De sterk gestegen inflatie leidt tot hoge huurindexeringen wat op zich voor beleggers positief is.

Kantorenmarkt

NVM-Business makelaars noemen de energiekosten de meest belangrijke trend in de kantorenmarkt.
Het tekort aan kwalitatief goede kantoren houdt aan. Moderne en duurzame kantoren (vanaf energielabel C) worden tegen hogere prijzen opgenomen.
Grote kantoorgebruikers krimpen in omvang en bieden ongebruikte kantoorruimten aan voor onderhuur.
Grote transacties met metrages boven 5.000 m² nemen af.

Winkelmarkt

De winkelmarkt doet het goed ten opzichte van het vorige kwartaal maar daalt vergeleken met Q4 2021.
De gestegen (energie)kosten raken de positie van huurders maar worden nog niet echt zichtbaar in het beeld van opname en aanbod.
Het aanbod kleine winkels stijgt vergeleken met vorig kwartaal en Q4 2021 (+4%).

Bedrijfsruimte

Het tekort aan bouwgrond en direct beschikbare bedrijfsruimten is nog altijd groot.
De opname ligt daardoor 30% lager dan in dezelfde periode vorig jaar maar met erg veel kleinschalige transacties tot 1.000 m².
Middelgrote metrages tussen 1.000 en 2.500 m² zijn gevraagd maar naar bedrijfsruimten groter dan 2.500 m² is minder vraag. 

Beleggingsmarkt

De stijgende rente drukt de vraag en waardering van vastgoed.
Aanvangsrendementen stijgen doordat risico’s hoger liggen.
De beleggingsactiviteit daalt doordat transacties niet doorgaan. Verkopers voelen namelijk nog niet helemaal de druk om de prijzen te verlagen.
Bedrijfsruimten (niet logistiek) en logistiek vastgoed blijven nog gewild als belegging maar het sentiment is duidelijk minder. 

Vooruitblik

Sander Heidinga kijkt terug en blikt vooruit: “In elke deelmarkt van commercieel vastgoed drukt de gestegen rente haar stempel. Onze cijfers bevestigen dat. Natuurlijk was de lage rentevoet niet oneindig houdbaar. De nieuwe realiteit van prijs- en waarderingsaanpassingen is onvermijdelijk en moet nog indalen. De Nederlandse economie is sterk en veerkrachtig. Dat geldt ook voor het ondernemerschap waarbij iedereen zich gaat herpakken. In onze optiek zijn de rente en een stabiel vertrouwenwekkend overheidsbeleid daarbij bepalende factoren om de vaart en dynamiek er weer in te krijgen. Want een ondernemer grijpt kansen als er zicht is op duurzaam perspectief.”

Over NVM Business

NVM Business is in Nederland de grootste coöperatieve vereniging van makelaars en taxateurs in onroerende goederen op het gebied van commercieel vastgoed. Zij geeft via educatie en research doelgerichte ondersteuning aan haar leden. NVM Business is gespecialiseerd in commercieel vastgoed -kantoren, bedrijfsgebouwen, winkels en horeca- en bestaat uit ruim 950 makelaars en taxateurs, die zich onderscheiden door hun uitgebreide kennis van de regio’s waarin zij actief zijn. Daarnaast zorgt zij voor belangenbehartiging richting overheid en politiek.

Noot voor de redactie: Voor meer informatie kunt u contact opnemen met NVM-woordvoerder Marc van der Lee, 06 – 21 47 76 27 of via de email: m.*********@nv*.nl .

Opnieuw meer huurtransacties – huurprijzen dalen licht

Opnieuw meer huurtransacties – huurprijzen dalen licht

NVM en VGM NL maken vandaag de nieuwe kwartaalcijfers transactiedata vrije sector huurwoningen bekend. Het aantal huurtransacties in het kale huursegment, 80% van alle transacties, is in het vierde kwartaal 2022 gestegen met +6,6% ten opzichte van het derde kwartaal 2022. Er is nu voor het tweede kwartaal op rij sprake van een toename in het aantal huurtransacties.

De gemiddelde prijsdaling in het vierde kwartaal van alle huurtransacties totaal komt in vergelijking met het derde kwartaal uit op -1,6%. In vergelijking met het vierde kwartaal van 2021 is er nog wel een lichte stijging van +0,5%. Wat de prijsdaling deels verklaart is dat er in verhouding meer (per m² goedkopere) woonhuizen zijn verhuurd dan (per m² duurdere) appartementen. Daarnaast is ondanks een lichte afname in het aantal verhuringen van nieuwbouw in dat segment de huurprijs duidelijk harder gedaald dan in de bestaande bouw. De prijsdaling bij nieuwbouw bedroeg -5,1%, de daling in de bestaande bouw bedroeg slechts -0,2%. 

Rieks van den Berg, NVM-bestuurslid vakgroep Wonen: “Op de huurmarkt zien we het aantal transacties toenemen en is de gemiddelde huurprijsontwikkeling ondanks alle onrust in de wereld nog redelijk stabiel met slechts een kleine daling van -1,6%. Regionaal zien we echter forse verschillen. De vraag naar huurwoningen blijft onverminderd groot, vraag en aanbod op deze markt zijn nog lang niet in evenwicht.

Van de plannen van de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het middenhuursegment tot 1100 euro die op 1 januari 2024 worden ingevoerd, is het onzeker welke gevolgen die gaan hebben voor de huurwoningmarkt. Als de huurprijzen in een groter deel van de markt worden gereguleerd is dat goed nieuws voor de huurders die een woning vinden. Het wordt echter ook steeds duidelijker dat dit ook gevolgen heeft voor het investeringsklimaat van beleggers en projectontwikkelaars. Als hierdoor minder huurwoningen op de markt komen is het opnieuw de consument die achter het net vist.

Daarom opnieuw de oproep aan de minister om zijn oor te luisteren te leggen bij beleggers en projectontwikkelaars en te zorgen voor een stabiel investeringsklimaat. Dat leidt tot langetermijnperspectief en groeiend aanbod in zowel de huur- als de koopsector.” 

Sander Groot, voorzitter VGM NL: ”Het is opvallend dat in het vierde kwartaal van 2022 dem²prijzen van verhuurde nieuwbouwwoningen een daling laten zien van -5,1%. Deze daling is grotendeels te verklaren door een lichte stijging van de gemiddelde oppervlakte van een nieuwbouwwoning.

Ondanks verschillen in kenmerken lijkt de trend van steeds kleinere nieuwbouwwoningen te keren. Over het algemeen zijn marktontwikkelingen het eerst merkbaar in het nieuwbouwsegment. Ook is het aandeel nieuwbouwwoningen in het totaal aantal verhuurde woningen licht afgenomen. De reden daarvan is het hogere aantal woonhuizen die in het vierde kwartaal zijn verhuurd. Ondanks deze ‘trendbreuken’ is de vraag naar huurwoningen onverminderd groter dan het aanbod. Toename van de voorraad huurwoningen is en blijft de werkelijke opgave waar we voor staan.

De intentie van de plannen die minister De Jonge 19 januari jl. naar de Kamer heeft gestuurd om de woningbouwontwikkeling te versnellen ondersteunen we hierbij, mits dit daadwerkelijk gaat bijdragen aan een versnelling van de realisatie van nieuwe woningen.”

Vierkante meterprijs daalt

Wat opvalt is dat de vierkante meterprijsontwikkeling in de afgelopen drie maanden lager was dan in Q3 2022. De prijs daalde van Q3 naar Q4 en die komt bijna volledig op het conto van transacties van woonhuizen.

De gemiddelde prijs daalde dit kwartaal bij de verhuring van woonhuizen met -1,7% naar € 11,24. De gemiddelde vierkante meterprijs van appartementen daalde slechts met -0,3% naar € 16,02 per m².

De vierkante meterprijs van alle verhuurde woningen ligt dit kwartaal 1,6% lager dan een kwartaal geleden en komt uit op een gemiddelde van € 14,70 per m². 

Verschillen bestaande bouw en nieuwbouw

De ontwikkelingen in de gemiddelde vierkante meterprijzen van nieuwbouw en bestaande bouw wijken duidelijk af. Bij de verhuur van nieuwbouwwoningen zijn de huurprijzen gedaald met -5,1% naar € 15,89 per m². Bij de bestaande bouw is de prijs gedaald met slechts -0,2% naar € 14,47 per m². Dit ondanks de optimale energieprestatie van nieuwbouwwoningen ten opzichte van de bestaande bouw. Het aandeel nieuwbouw in het totaal aantal verhuurde woningen is ten opzichte van Q3 2022 ook licht afgenomen van 20% in Q3 2022 naar 17% in Q4 2022. 

Belangrijkste landelijke ontwikkelingen:

Ook dit kwartaal laat een stijging in het aantal transacties in het kale huursegment zien.
De vierkante meterprijs van verhuurde woningen ligt dit kwartaal +0,5% hoger dan een jaar geleden; de vierkante meterprijs van verhuurde woonhuizen steeg (met +4,0%) naar € 11,24 per m² en die van appartementen (met +1,7%) naar € 16,02 per m².
Wat bijdraagt aan de lichte prijsdaling is dat er minder relatief duurdere appartementen zijn verhuurd en meer -goedkopere- woonhuizen. Het aandeel nieuwbouw in de totale verhuur neemt iets af.
De vierkante meterprijzen van verhuurde nieuwbouwwoningen zijn dit kwartaal gezakt van € 16,75 naar € 15,89 per vierkante meter ten opzichte van een kwartaal eerder. Bij bestaande woningen lag de gemiddelde prijs dit kwartaal op € 14,47 per m².
In de provincies met de hoogste prijsstijging in Q4 2022 ten opzichte van Q3 2022 valt Friesland op met +17,7% (€ 11,60 per m²), gevolgd door Utrecht met +5,7% (€ 15,19 per m²) en Overijssel met +3,1% (€ 11,54 per m²).
De provincies met de grootste prijsdaling in Q4 2022 ten opzichte van Q3 2022 zijn Drenthe met -5,0% (€ 9,98 per m²), gevolgd door Zuid-Holland met -4,1 % (€ 15,57 per m²).
De vierkante meter prijs in Noord-Holland ligt nog altijd veruit het hoogst met € 19,05 per m². Dit is +0,5% hoger dan in Q3 2022.
Op gemeenteniveau zijn de grootste prijsstijgingen in Utrecht met +10,5% (€ 15,81 per m²) en in Amstelveen met +4,8% (€ 20,18 per m²). In Amsterdam steeg de prijs ligt met + 2,9% (€ 21,73 per m²).
De grootste prijsdalingen noteren Haarlem met -6,3% (€ 17,59 per m²) en Almere met -4,7% (€ 11,79 per m²). In de steden Den Haag en Rotterdam daalde de gemiddelde prijs met respectievelijk -2,8% en -4,4%. Ook in Eindhoven (-2,8%) en Amersfoort (-4%) daalde de gemiddelde vierkante meterprijs.

Gemeubileerd en gestoffeerd segment

Over het afgelopen kwartaal valt 80% van alle transacties in het kale huursegment, 13% zijn gestoffeerde woningen en 7% gemeubileerde woningen.
In het gemeubileerde en gestoffeerde segment daalde het aantal transacties fors ten opzichte van Q3 2022. Voor gestoffeerde woningen was de daling -12% en voor gemeubileerde woningen -7,0%.
In het gestoffeerde deel van de markt bedraagt de gemiddelde vierkante meterprijs van verhuurde woningen in het vierde kwartaal van dit jaar € 18,10 (-1,5% t.o.v. Q3 2022) en voor gemeubileerde woningen is dit € 22,93 (+3,0%). 

Representatieve landelijke dekking

De huurmarktcijfers van VGM NL en NVM ontstaan uit circa 50.000 huurtransacties in de vrije sector op jaarbasis. Dit is een marktaandeel van ongeveer 50%. De samenstelling van de transacties geeft een representatief beeld van de onderverdeling in de totale Nederlandse vrije sector huurmarkt. Ruim 75% van de transacties is kale huur, circa 15% is gestoffeerd en 8% is gemeubileerd en geeft daardoor met een landelijke dekking een betrouwbaarder beeld voor geheel Nederland. In de cijfers zit doorgaans een kleine 20% nieuwbouw huurwoningen wat eveneens een goede afspiegeling van de huidige marktsituatie is. 

Sinds 2014

VGM NL en NVM registreren samen sinds 2014 de transactiedata van huurwoningen. Viermaal per jaar brengen zij de huurmarktcijfers in de vrije sector huurwoningmarkt uit. De data zijn gebaseerd op transacties via grote partijen die langjarig in de huurwoningmarkt beleggen. Deze partijen zijn minder op zoek naar korte termijn rendement en de prijzen zijn over het algemeen stabieler.

Klik hier voor de bijbehorende marktrapportage met betrekking tot de mutaties in de vrije sector huurwoningmarkt in het vierde kwartaal van 2022.

NRVT bevestigt mening NVM: desktoptaxaties voldoen niet

NRVT bevestigt mening NVM: desktoptaxaties voldoen niet

Het NRVT stelt in haar ‘audits hybride taxaties’ dat de zogenaamde desktoptaxatie in strijd is met de gestelde richtlijnen en onvoldoende betrouwbaar is voor een goede taxatie. Bij deze snelle en goedkope taxatievariant wordt een geautomatiseerde modelwaardebepaling door een Register-taxateur op afstand goedgekeurd. De rol en zelfwerkzaamheid van de Register-taxateur verdwijnt hierbij echter naar de achtergrond, terwijl deze voorop moeten staan. Met de conclusies uit het NRVT-onderzoek wordt de NVM in haar mening over desktoptaxaties bevestigd. Vanaf het begin heeft zij bij de initiatiefnemers (Calcasa en ING) en bij de banken en financiële instellingen, gewaarschuwd voor de kwaliteit van deze digitale taxatievorm. De expertise van de taxateur komt hierbij niet tot zijn recht en de kosten- en tijdsbesparingen wegen niet op tegen het belang van een deugdelijke taxatie. Hierdoor wordt het vertrouwen in zowel het financiële stelsel als in de kwaliteit van taxateurs negatief ondermijnd.

NRVT onderzoek

Uit het onderzoek van het NRVT blijken de desktoptaxatierapporten onvolledig en daarmee niet te voldoen aan de regelgeving. Zo wordt de noodzakelijke lokale bekendheid van de taxateur met het taxatieobject niet aangetoond. Ook waren uitvalcriteria voor appartementen niet toegepast en bleken referentieanalyses niet helder beargumenteerd. Verder ontbrak de dossiervorming, misten de opdrachtbevestigingen en de ondertekening of naam van de betrokken Register-taxateur.

Deze desktoptaxatiemethode stelt de Register-taxateur niet in staat zich te conformeren aan de NRVT-regelgeving. Door onvoldoende te kunnen rechercheren, analyseren en waarderen worden de beginselen van zorgvuldigheid, transparantie en professionaliteit niet nageleefd. Volledig computergestuurde modelwaarderingen kunnen bij taxaties als hulpmiddel dienen, maar door de desktoptaxatie blijkt de Register-taxateur niet aan essentiële richtlijnen te kunnen voldoen.

Naleving

Het NRVT verwacht dat de Register-taxateurs die de desktopvariant nog gebruiken lering trekken uit het onderzoek en vanaf nu alle richtlijnen goed en volledig gaan toepassen. Het NRVT zal zich de komende maanden richten op strikte naleving en handhaving hiervan. Ook de NVM zal zich beraden op mogelijke consequenties indien een aangesloten Register-taxateur zich aantoonbaar niet conformeert aan de belangrijke kwaliteitsstandaarden en -regels bij deze taxatievorm.

Bureauwaarderingen wel voldoende

Naast de desktoptaxatie is er een tweede variant op taxaties op afstand: de bureauwaardering. Deze is mede ontwikkeld door de NVM, VBO en Vastgoedpro in afstemming met het NRVT. Hierbij wordt een modelmatige waardering ook als hulpmiddel ingezet, maar speelt een gedegen onderzoek van een Register-taxateur altijd de hoofdrol. En die rol gaat dus verder dan het snel goedkeuren van een desktopwaardering.

In het NRVT kwaliteitsonderzoek zijn ook enkele rapporten van deze bureauwaarderingen geanalyseerd. Hoewel het een beperkt aantal betrof, waren deze bureauwaardering rapporten wel op een juiste manier opgesteld en voldeden zij aan de gestelde richtlijnen.

Nieuwe makelaars en taxateurs januari  2023

Nieuwe makelaars en taxateurs januari 2023

De NVM heeft deze maand een nieuwe groep makelaars en taxateurs welkom geheten bij de vereniging.

De groep legde maandag 16 januari tijdens de beëdiging in het NVM-kantoor in Utrecht de eed of belofte af, waarmee ze aangeven de NVM Erecode en kwaliteit na te streven. Welkom!

Welkom aan: Anouar Ajrar, Stanley Brugman, Guido van Duin, Libbe Duinstra, Adam Hague, Arthur Kerkhof, Laura Konings, Tjardon Morreau, Bas Nij Bijvank, Yolanda Nijenhuis, Caroline van Noort-Heule, Lars Roeleveld, Tom Vos en Robbert van Welzenis

De NVM telt nu 4408 makelaars en taxateurs.